Omgaan met specifieke gezichtseigenschappen
Je kent in grote lijnen de vorm van je gezicht, maar je maakt je zorgen dat het haarmodel van je favoriete actrice niet hetzelfde op jou zal uitpakken. De waarheid is dat het er waarschijnlijk ook anders uit zal zien, om de eenvoudige reden dat we allemaal anders zijn.
Ook al kunnen we gezichtsvormen in groepen plaatsen en kunnen we algemene suggesties doen voor het stylen, elk individu heeft zijn of haar persoonlijke eigenaardigheden. We hebben allemaal onze "beste" trekken en velen van ons hebben een "probleemgebied" waar we rekening mee moeten houden bij het kiezen van een kapselmodel. Hieronder vind je wat algemene punten en suggesties om dit tot een minimum terug te brengen.
• Te grote neus: Wanneer je een te grote neus wat wilt camoufleren, dan kun je dit bereiken door een stijl te kiezen waarbij de pony of de plukjes langs het gezicht in het geheel worden opgenomen en waarvan het haar iets vrij hangt van het gezicht. Gebruik liever slagen dan krullen en houdt het geheel eenvoudig. Korte, recht afgeknipte stijlen werken vaak het best.
• Te grote kin: Dit is vergelijkbaar met de aanpak bij een te grote neus, omdat het een scherpe hoek toevoegt aan het profiel van het gezicht. Zelfs de aanpak is hetzelfde, dus ook hier kun je het best kiezen voor een stijl waarbij de pony of de plukjes langs het gezicht in het geheel worden opgenomen en waarvan het haar iets vrij hangt van het gezicht. Maar in dit geval werkt langer haar beter dan kort haar. Probeer het haar minstens op nek of schouderlengte te laten en overweeg de uiteinden in laagjes te laten knippen. Kies voor zachte slagen in tegenstelling tot krullen.
• Plat gezicht: Soms is het probleem niet dat een deel van het gezicht teveel naar voren uitsteekt, maar eerder dat het profiel te plat is. Kies in dit geval een stijl waarbij het haar naar achteren ligt en geef meer volume aan de bovenkant en achterkant van het haar om meer diepte te creëren. Met een kort gelaagd model of een geleidelijk afbouwend geknipt model, waar meer volume aan is gegeven, kan het gewenste effect bereikt worden.
• Te hoog of te laag voorhoofd: Wanneer we te maken hebben met een te hoog voorhoofd is het vaak beter om de pony of plukjes naar voren te stylen om zo het zichtbare deel van het voorhoofd te verkleinen. Echter, voor mensen met een te laag voorhoofd kan het haar beter van het voorhoofd af gestyled worden. Dit kan naar achteren of naar de zijkanten.
• Te dicht bij elkaar of te breed uit elkaar staande ogen: Iemand met te dicht bij elkaar staande ogen kan het gevoel hebben dat haar ogen te klein zijn. Door het haar aan de zijkanten naar voren te brengen, kun je deze indruk verminderen. Het lijkt nu of het gezicht normale proporties heeft. Tegenovergesteld is het voor te breed uit elkaar staande ogen. In dat geval moet meer volume aan de zijkanten vermeden worden en is het beter het haar uit het gezicht weg te houden. Meer zichtbare huid aan de buitenkant van de ogen geeft juist meer balans in het gezicht. Volume in het haar aan de zijkanten zou het effect van wijd uit elkaar staande ogen alleen maar versterken.
• Te kleine of te grote mond: Wanneer iemand een te kleine mond heeft en de indruk van een grotere mond wil wekken, dan zou hij of zij een kort, recht geknipt model kunnen overwegen, wellicht een bob. Hiermee wordt de lijn van het gezicht versmald en de kaaklijn verkleind, zodat de mond wat meer benadrukt wordt. Aan de andere kant krijgt een te grote mond wat minder nadruk door met lange zwierige haarstijlen te werken die niet teveel in het gezicht vallen, maar toch een mooi kader rond het gezicht vormen.
Het allerbelangrijkst is toch wel het volgende. Wanneer je probeert je "probleemgebiedjes" aan te pakken, let er dan goed op dat je juist je goede trekken en eigenschappen benadrukt. Zolang je in staat bent de aandacht te vestigen op die zaken die jou het meest flatteren, dan kun je gerust stellen dat er maar weinig mensen zullen zijn wie jouw minder flatteuze trekken zullen opvallen.
©Kapsels.net
Zie ook: Méér advies voor kapsels